Moeite met de structuur van eten

door | mrt 29, 2024 | 0 Reacties

Merel Carrijn was als kind anders dan de rest. Door haar afwijkende gedrag viel zij op het voortgezet onderwijs buiten de boot. Ook kenmerkte haar jeugd zich door eetproblemen. Pas als zij drieëntwintig is, wordt duidelijk dat zij autisme heeft en hierdoor extra gevoelig is voor de sensorische kenmerken van eten.

“Zodra ik als baby overschakelde van vloeibaar eten naar vaste voeding, begonnen mijn eetproblemen” vertelt Merel. “Ik herinner mij dat er een doorlopende strijd gaande was aan tafel; ik móest eten, terwijl dit mij met geen mogelijkheid lukte. Op de lagere school vielen mijn eetproblemen gelukkig nog niet zo op, want brood lustte ik wél.” Toch is één voorval haar altijd bijgebleven.

“Ik weet niet meer precies waarom, maar ik moest op school iets eten wat ik absoluut niet lustte. Omdat dit mij niet lukte heb ik overgeven in de klas. De leraar werd daar zo kwaad van, dat hij mij dwong mijn braaksel op te eten. Uiteraard weigerde ik dit en ben ik weggelopen uit de klas.” Ze vond het lastig om uit te leggen wat eten zo moeilijk maakte voor haar. “Er werd gedacht dat ik een verwend kind was, dat weigerde te eten wat de pot schafte. Dat is echt niet zo bij mij; ik wil juist graag eten, maar ik kan het gewoon niet.”

Vreemd’ kind

“Doordat ik anders was dan andere kinderen, werd ik gezien als een ‘vreemd’ kind. Ik was niet gevoelig voor sociale druk en droeg altijd jongenskleren. Als mensen mij vroegen of ik een jongen of meisje was, zei ik dat ze mochten kiezen. Aan de hand van hun keuze, zei ik hoe ik heette; ik had, naast mijn naam, ook een jongensnaam bedacht.” Op de basisschool werd Merel geaccepteerd zoals ze was, maar zodra ze naar het voortgezet onderwijs ging, werd haar afwijkende gedrag niet langer aanvaard. “Omdat ik jongenskleren droeg, viel ik vanaf dag één buiten de boot. Hoe hard ik ook mijn best deed, ik hoorde er gewoon niet meer bij. Ik heb nog geprobeerd om mijn kleding aan te passen, maar tevergeefs.”

Merel heeft nooit begrepen waarom ze zich geen jongen en geen meisje voelde. “Ik heb ergens een keer gelezen dat dit vaker kan voorkomen als er sprake is van autisme, wat ik achteraf bleek te hebben. Doordat er momenteel zoveel te doen is rondom transgender-ideologie, stel ik mezelf weleens de vraag hoe het voelt als je je man of vrouw voelt. Ik kan prima leven met het feit dat ik een vrouw ben, maar ik had evengoed een jongen kunnen zijn. Eerlijk gezegd voel ik me meer mens, dan een geslacht. Voor mij is het niet echt nodig om hier een naam aan te geven; ik voel me goed zoals ik ben.”

Donkere gedachten

Merel besefte het zelf toen nog niet, maar doordat ze langdurig te maken heeft gehad met misbruik, had zij een erg traumatische jeugd. “Ik begreep destijds niet wat er met mij gebeurde, maar voelde me erg slecht, had donkere gedachten van binnen en was heel eenzaam.” Toen ze ouder werd, nam het pesten af, maar ze werd nooit aanvaard door haar leeftijdsgenoten. “Er werd mij wel hulp aangeboden, maar ze dachten dat ik gewoon last had van een moeilijke puberteit.”

Ondanks paniekaanvallen, lukt het Merel om na de middelbare school een studie op de universiteit af te ronden. “In het laatste jaar van de universiteit wisselde ik van huisarts en werden mijn psychische problemen eindelijk serieus genomen. Ik werd doorverwezen naar een psychiater, die mij op haar beurt doorverwees naar een centrum voor psychodiagnostiek. Pas op mijn drieëntwintigste kreeg ik voor het eerst te horen dat ik autisme heb. Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat ik autisme had; van hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit had ik minder vreemd opgekeken. Inmiddels begrijp ik dat autisme zich bij vrouwen heel anders uit dan bij mannen. Ik ervaar het als een opluchting om eindelijk te begrijpen waarom ik zo anders ben.

ARFID

Tijdens haar zoektocht naar informatie over autisme, stuitte zij op de eetstoornis ARFID. “Ik herkende zoveel kenmerken.” Gewapend met de informatie die zij op internet had gevonden, besloot Merel naar de psychiater te gaan met de vraag of dit misschien bij haar kon meespelen. “Zij nam mij gelukkig meteen serieus en zei dat het inderdaad om ARFID zou kunnen gaan bij mij.”

Merel heeft haar hele leven al moeite met de sensorische kenmerken van eten. De smaak, geur en textuur van eten kan haar erg tegenstaan. Ook kan zij geen koude dingen eten. “Producten zoals sla, komkommer en beleg uit de koelkast eet ik niet. Geen idee waarom, maar mijn lichaam reageert hierop. Ik heb daarnaast een angst gekregen om nieuwe dingen te proeven. Waarschijnlijk komt dit doordat ik in mijn jeugd enorm werd gepusht om dingen te leren eten. Doordat ik zo vaak moest kokken, durf ik niets nieuws uit te proberen.”

Behandeling

Op dit moment krijgt Merel geen behandeling voor haar eetproblemen. “Het gaat niet zo goed met mij momenteel. Een week na mijn afstuderen ben ik volledig ingestort. Ik ben in de afgelopen jaren vier keer opgenomen geweest. Er is duidelijk geworden dat ik naast autisme een complexe posttraumatische stressstoornis heb. Hiervoor krijg ik wekelijks zware traumatherapie. Een eettherapie zou ik nu dus niet aankunnen.”

*Dit ervaringsverhaal komt uit het boek ARFID te lijf. In dit boek kun je tachtig verhalen lezen van ervaringsdeskundigen en gerenomeerde zorgprofessionals. Bekijk hier de inhoudsopgave van dit boek.

Wil je meer informatie over ARFID? Sluit je dan gerust aan bij de besloten Facebookgroep van ARFID te lijf. In deze groep zitten zorgprofessionals, begeleiders, leerkrachten, patiënten en naasten.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *