“Onze zoon at drie keer per dag witbrood met hagelslag.” 

door | jun 20, 2023 | 0 Reacties

Als Rita stopt met het pureren van de groentemaaltijden van haar oudste zoon ontstaan de eerste eetproblemen. Jarenlang probeert zij hem aan het eten te krijgen, maar langzaam maar zeker gaat hij steeds selectiever eten. Op twaalfjarige leeftijd besluit haar zoon zich te laten helpen en gaat hij bij SeysCentra het behandelprogramma voor jongeren volgen

“Na drie meiden waren wij de koning te rijk toen ons vierde kindje een jongen bleek te zijn. Tijdens de kraamperiode gedroeg hij zich als een prinsje, maar zodra de kraamzuster na acht dagen haar hielen lichtte begon het huilen. Onze oudste zoon ontpopte zich in een ware huilbaby en er waren momenten dat ik ten einde raad was. 

We probeerden van alles om erachter te komen waarom hij zoveel huilde. Uiteindelijk bleek hij het KISS-syndroom te hebben. Nadat hij hiervoor onder behandeling was geweest, keerde de rust terug en vanaf dat moment verliep zijn eerste levensjaar normaal.” 

‘Ik was trots dat hij zo goed at’

“Hij was de eerste van onze kinderen die gewoon met de pot mee at en we waren enorm trots op de hoeveelheid groenten die hij at. Ik had me voorgenomen om bij hem niet eerst met de Olvarit groenten potjes te beginnen, maar hem meteen te laten wennen aan vers fruit en verse groenten. Er was echter één puntje waar wij nog aan moesten werken en dat was het feit dat hij alleen wilde eten als zijn eten tot een vloeibare substantie was gepureerd en er veel appelmoes aan toe werd gevoegd. Elke keer als wij probeerden om zijn eten ongepureerd te geven, begon hij te kokhalzen en weigerde hij zijn eten op te eten.

We besloten dit onderwerp een tijdje te laten rusten en het op een later moment nog eens te proberen. We spraken met hem af dat hij vanaf zijn tweede verjaardag als een grote jongen met ons mee zou gaan eten en gooiden demonstratief onze staafmixer- die toch al aan vervanging toe was- in de prullenbak. Achteraf kreeg ik spijt als haren op mijn hoofd van deze actie.” 

Verloren strijd

“Nadat ik de staafmixer had weggegooid en vol goede moed probeerde deze strijd van onze zoon te winnen, kwam ik erachter dat dit een lange weg zou gaan worden. We hadden nog nooit met zo`n eetprobleem te maken gehad en hielden zelf van eten en nieuwe smaken uitproberen, dus we herkende dit niet en wisten ons er geen raad mee. We hebben methoden gebruikt waarvan ik, met de kennis die ik nu heb, weet dat dit juist averechts heeft gewerkt. 

We begonnen met het voor de hand liggende dreigement dat hij geen vla kreeg als hij zijn bord niet leegat, daarna lieten wij hem wat langer op zijn stoel zitten, ook probeerden we het voor elkaar te krijgen met de belofte dat hij langer op zou mogen blijven als hij zijn eten op at. Alle dreigementen en in het vooruitzicht gestelde beloningen ten spijt, er veranderde niks aan zijn weigering om zijn bord leeg te eten.” 

Nieuwe staafmixer

“Na enkele maanden gaf ik de strijd op en kocht ik een nieuwe staafmixer. Hoopvol maakte ik die avond zijn -voorheen zo geliefde- prakje klaar, maar tot mijn ontsteltenis bekeek hij het eten alsof hij nog nooit zoiets vies had gezien. Hij wilde het niet eens proberen en markeerde het meteen als ‘onveilig eten’.

De moed zonk me in de schoenen en ik wenste dat ik nooit zo dom was geweest om de staafmixer weg te gooien. Ik begon me af te vragen waarom ik gepureerd eten zo`n probleem had gevonden, want ik was inmiddels op een punt beland dat dat wel het kleinste probleem was. Avond na avond ging hij met een lege maag naar bed.” 

Steeds kieskeuriger

“Ondertussen werd hij steeds kieskeurig qua eten en viel het één na het ander van zijn lijst met ‘veilig’ eten. Dingen waar hij voorheen van smulde, durfde hij opeens niet meer te eten. Uiteindelijk at hij alleen nog wit brood met hagelslag. Er zat niks anders op dan hem dit ook als avondeten te laten eten, wilde ik hem niet langer met honger naar bed sturen. Natuurlijk was dit niet wenselijk en ging dit tegen alle opvoedadviezen in, maar voor ons was dat op dat moment de oplossing.

De eerste jaren probeerden wij onze zorgen nog weleens met andere ouders te delen, maar we liepen tegen veel onbegrip aan. Het leek wel of iedereen het beter wist en dit eetprobleem een mankement in onze opvoeding was. Omdat ik met schuldgevoelens rondliep en het mezelf kwalijk nam dat ik ooit was gestopt met het pureren van zijn eten, ging de mening van andere mensen mij niet in de koude kleren zitten.” 

Sociale problemen

“We besloten hier niet meer over te praten, buiten de vier muren van ons huis en het eetgedrag van onze zoon gelaten te accepteren. Natuurlijk waren zijn zussen het niet eens met de gang van zaken en vonden zij -terecht- dat wij hem voortrokken; zij moesten hun bord altijd leegeten en onze zoon kon gewoon zijn gang gaan. 

Ondertussen liep hij tegen allerlei sociale problemen aan, want traktaties op school waren een reden om tegen de dag op te zien en uitnodigingskaarten van feestjes werden meteen teruggeven of voor mij verstopt. Toen een moeder tegen mij zei dat haar zoon het jammer vond dat onze zoon niet op zijn feestje kon komen, had ik geen idee waar ze het over had. Hij was zo bang voor het eetmoment op een feestje dat dit zijn oplossing was om dit te ontlopen. Goed bedacht voor een vijfjarige jongen, maar het gaf wel aan hoe groot zijn eetprobleem inmiddels was. Samen met deze moeder bedacht ik een constructie zodat hij wel naar het feestje kon gaan. Al gauw was het onder zijn klasgenoten duidelijk dat onze zoon een eetprobleem had en werd daar rekening mee gehouden.”

Bizarre eters

“We hadden een soort werkbare oplossing bedacht, waar we jarenlang mee vooruit konden; hij mocht drie keer per dag wit brood met hagelslag eten en wij keken de andere kant op. Zodra de zorgen die ik om zijn eenzijdige voedselinname had de kop op staken, stopte ik het weer diep weg. Ik kon niks aan de situatie veranderen, maar het bleef als een donderwolk boven mijn hoofd hangen. Heel geleidelijk aan leverde onze zoon aan kracht in. Omdat het een jarenlang proces was, viel het ons in de eerste instantie niet op. Hij hing steeds meer op de bank, klaagde over pijnlijke benen, gaf aan dat hij moeite had om de trap op te komen en was doorlopend moe. Omdat hij inmiddels al twaalf was, dacht ik dat dit te maken had met een groeispurt. 

Op een dag kregen wij van iemand de tip om eens naar het programma ‘bizarre eters’ te kijken. Wij besloten deze tip op te volgen en bekeken een aflevering. Meteen vanaf het begin vielen wij van de ene herkenning in de ander. We riepen onze zoon erbij en bij het zien van de eetproblemen van deze volwassen mensen viel er een last van hem af; hij herkende zichzelf hierin en wist dat hij niet de enige was met deze problemen. Het gaf hem hoop dat er meer mensen waren die met deze eetproblemen worstelden en dat er blijkbaar hulp voor was. Hij vroeg meteen aan ons of hij ook geholpen zou kunnen worden door ‘de mevrouw van het programma’. We hebben een mail gestuurd naar de psycholoog die aan dit programma meewerkte en kregen de tip om bij SeysCentra om hulp aan te kloppen.” 

Ziekenhuis

“Ondertussen was onze jongste zoon geboren en tobden wij ook met zíjn eten.  Ik besloot met beide jongens naar de huisarts gegaan. Daar werden mijn zorgen gelukkig serieus genomen en werden wij doorverwezen naar het Wilhelmina kinderziekenhuis. Dat was het begin van maandenlange onderzoeken. 

Bij onze oudste zoon werd een zeer uitgebreid bloedonderzoek gedaan. Daaruit kwam naar voren dat hij zeer ernstige, chronische voedingstekorten had opgebouwd. Hij had tien jaar lang geen vezels, vleesproducten, melkproducten, groenten en fruit gegeten.  Dat had ertoe geleid dat hij op alle gebieden grote tekorten had. Er moest meteen gestart worden met vitamine-injecties, ampullen en medische bijvoeding. Dat laatste was bijzonder moeilijk naar binnen te krijgen voor hem.”

Seyskliniek

“Onze oudste zoon kwam samen met zijn jongere broertje op de wachtlijst van SeysCentra te staan. Dat is een expertisecentrum voor kinderen met de eetstoornis ARFID. Tijdens de intake viel voor het eerst de diagnose ARFID. Hij en zijn kleinere broertje bleken allebei de eetstoornis ARFID te hebben en een behandeling bij SeysCentra te moeten ondergaan. Na een aantal maanden mocht onze oudste zoon deelnemen aan het jongerenprogramma van SeysCentra. Zijn groep was de eerste groep die aan dit nieuwe programma mee deed. Het waren vier pittige weken, maar dankzij deze therapie, leerde hij zijn extreme angst voor onbekend eten te overwinnen en durfde hij aan het eind van de behandeling alles te eten. 

Het is geweldig om hem een vol bord avondeten te zien eten; wij hadden nooit durven hopen dat hij ‘normaal’ zou gaan eten. De therapie heeft zo goed gewerkt, dat hij op school tijdens een project zelfs een sprinkhaan heeft geproefd. Dat geeft wel aan dat als je van je angst om te eten bent genezen, je in principe alles kunt eten. Hij heeft manieren geleerd en helpende gedachten aangereikt gekregen, die hem helpen bij het eten. Hoe vaker hij iets eet, hoe meer hij aan de smaak went en het leert te accepteren.”

Dit artikel komt uit het boek Over leven met ARFID. Lees meer informatie over kinderen met ARFID en ervaringsverhalen van ouders,  in het boek Over leven met ARFID.

Wil je meer informatie over ARFID? Sluit je dan gerust aan bij de besloten Facebookgroep van ARFID te lijf

Lees ook:

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *