In gesprek met zorgprofessionals
In gesprek met zorgprofessionals over de eetstoornis ARFID. Krijg hier antwoord op vragen als: Wat is ARFID? Wat is het verschil tussen picky eating en ARFID? Hoe diagnosticeer je ARFID? Hoe schadelijk is het om langdurig selectief en/of restrictief te eten? Waarom hebben mensen met autisme meer kans ARFID te ontwikkelen?
EMDR bij angst om te eten
EMDR als onderdeel van de eetbehandeling
ARFID als comorbiditeit
Wanneer er sprake is van comorbiditeit – één of meer (chronische) aandoeningen naast de hoofddiagnose- wordt er vaak maar één probleem behandeld en dat terwijl er altijd sprake is van wederzijdse beïnvloeding door meerdere stoornissen. Veel hulpverleners lijken in hun eigen hokje vast te zitten en zich niet te willen wagen aan het behandelen van comorbiditeit. Om deze reden zijn er te weinig behandelplekken voor mensen met ARFID.
Autisme en angststoornissen
“Mensen met autisme kunnen buitenproportionele angsten ervaren rondom het eten van nieuwe (voor hen onbekende) producten, waardoor zij maar zeer weinig producten durven eten en ARFID ontwikkelen”
Bijna twintig procent van alle mensen krijgt in het leven te maken met een angststoornis. Hoewel er nog weinig onderzoek naar is gedaan, hebben volwassenen mét autisme vaker te maken met angstklachten dan volwassenen zonder autisme. Bij kinderen en pubers met autisme komen angststoornissen tot wel veertig procent vaker voor dan bij leeftijdsgenoten zonder autisme.
Gevoelig voor de sensorische kenmerken van eten
“We moeten wat meer leren accepteren dat mensen met autisme andere gewoontes rondom eten nodig hebben en nu eenmaal niet alles kunnen eten”
Ongeveer tachtig procent van de mensen met autisme eet zeer selectief en hanteert rigide eetpatronen. Dit komt vaak doordat zij moeite hebben met de sensorische kenmerken van eten. Niet zelden zorgen deze eetproblemen voor lichamelijke tekorten of treden er psychosociale problemen op en spreek je van de eetstoornis ARFID.
De psychische gevolgen van ARFID
Tot voor kort was er weinig bekend over de eetstoornis ARFID. Dit zorgde ervoor dat patiënten vaak jarenlang op zoek waren naar de juiste hulp en langdurig van het kastje naar de muur werden gestuurd. Zij voelden zich onbegrepen en machteloos. Gedurende hun vruchteloze zoektocht verergerden de eetproblemen en konden er psychische klachten ontstaan, zoals depressiviteit, eenzaamheid en sociale angst.
Bestaat dé ARFID-behandeling?
Hoe kun je het beste iemand met ARFID helpen? Bestaat dé ARFID-behandeling eigenlijk wel of is er altijd maatwerk nodig? Welke behandelmethoden kunnen worden ingezet? Ik leg deze vragen voor aan prof. dr. Van Elburg van Elburg en Mariëlle Teeuwen.
Eetproblematiek ondergeschoven kindje in zorginstelling
Trudy Post is al bijna dertig jaar werkzaam in de gehandicaptenzorg. Ze heeft dagelijks te maken met mensen met een ernstige meervoudige handicap en voedselweigering. Ze maakt zich ernstig zorgen om het gebrek aan kennis van ARFID en de verkeerde aanpak van deze eetproblematiek binnen de zorginstelling.
ARFID en een verstandelijke beperking
Nolanda pleit ervoor dat er meer aandacht komt voor de eetbehoeften en moeilijkheden rondom het eten van mensen met een verstandelijke beperking.
Het belang van vroegsignalering
Waarom wordt het ene kind een chronisch selectieve eter en het andere kind niet? Met welke factoren heeft dit te maken? De helft van de kinderen tussen de twee en zes jaar heeft tenslotte een fase waarin het moeilijker eet. De ene week lusten ze iets, de week daarop vinden ze het afschuwelijk. Dat is een normale ontwikkelingsfase. Prof. dr. Pauline Jansen startte een grootschalige onderzoek naar eetgedrag, zodat duidelijker zou worden wanneer eetproblemen ontstaan en waarom.
Eenzaam door eetstoornis
Het kan soms net lijken of je de boot hebt gemist en het leven van anderen is doorgegaan, terwijl jij jarenlang bezig was met de zorgen om je eetstoornis of de eetstoornis van je kind. Opeens word je wakker en denk je, waar is mijn leven en waar zijn mijn vrienden gebleven?
Wat als gezond eten onmogelijk is?
We willen allemaal gezond oud worden. Maar hoe kun je gezondheidsproblemen voorkomen, wanneer er sprake is van een langdurige, zeer selectieve en/of restrictieve voedselsinname? Welke voedingsproducten heeft ons lichaam minimaal nodig om gezond door het leven te kunnen gaan? Vragen waar veel ARFID-patiënten dagelijks mee worstelen. Ik ga hierover in gesprek met prof. dr. ir. J. Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Anorexia nervosa of ARFID?
Wat is het verschil tussen anorexia nervosa en ARFID?
Leren eten door middel van exposure therapie
Angst loopt als een rode draad door het leven van veel ARFID-patiënten. Vaak is het doel van een ARFID-behandeling dan ook het overwinnen van de angst om te eten. Hoe de behandeling precies wordt vormgegeven is afhankelijk van de verschijningsvorm van ARFID.
Het verschil tussen ‘picky eating’ en ARFID
Picky eating is een fase binnen de normale ontwikkeling van het kind en treedt meestal op tussen het eerste en tweede levensjaar. Deze fase gaat vaak vanzelf weer over na het zesde levensjaar. Wanneer spreek je eigenlijk van ‘picky eating’ en wanneer is er sprake van ARFID?
Hoe diagnosticeer je ARFID?
Er bestaat nog veel onduidelijkheid over het diagnosticeren van ARFID. Regelmatig vragen zorgverleners zich af wie deze diagnose kan en mag stellen. Hóe je deze diagnose stelt en of hier bepaalde hulpmiddelen voor zijn en zo ja, waar je deze kunt vinden?
De lichamelijke gevolgen van ARFID
Wanneer mensen vanaf jonge leeftijd geen of onvoldoende voedingsstoffen binnenkrijgen, die essentieel zijn voor het lichaam, kan dat chronische schade aan de organen geven. Een risico dat met name geldt voor ARFID-patiënten die gedurende vele jaren zeer selectief en/of restrictief hebben gegeten.
Eetproblemen door verkeerde koppeling
Eetproblemen kunnen veroorzaakt worden door een foute koppeling of foute betekenisverlening in het brein. Vanwege de meer chaotische opbouw van neuronenpaden in het brein, komt dit vaker voor bij mensen met autisme.
Autisme en eetproblemen
Om te kunnen eten moeten we motorische-, sensorische-, cognitieve- en sociale vaardigheden inzetten. Eten raakt dus alles wat moeilijk zou kunnen zijn voor mensen met autisme. Om deze reden hangt de eetstoornis ARFID vaak samen met autismespectrumstoornissen. Maar wanneer spreek je nu van eetproblemen bij autisme en wanneer van ARFID?
ARFID: Het ‘ondergeschoven kindje’ onder de eetstoornissen.
In tegenstelling tot de eetstoornis anorexia is er nog altijd weinig bekend over ARFID. Dit zorgt ervoor dat ouders soms jarenlang van het kastje naar de muur worden gestuurd met hun kind, met alle gevolgen van dien.
De psychologie van eten
Omdat er nog weinig bekend is over de effecten van voeding en hoe voeding kan bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen, is er onderzoek gedaan naar de psychologie van eten en de manier waarop gezonde eetgewoonten kunnen worden bevorderd bij kinderen.
Angst voor de aversieve gevolgen van eten
ARFID kan ontstaan door een overgevoeligheid voor de sensorische kenmerken van eten of door het ontbreken van een hongerprikkel. Het kan ook zijn dat iemand bang is voor de aversieve gevolgen van het eten van bepaalde producten.
Het ontbreken van de hongerprikkel
Een van de subtypes van ARFID is het ontbreken van de hongerprikkel en/of een gebrek aan interesse in eten.
Speelt psychische kwetsbaarheid een rol bij het ontstaan van de eetstoornis ARFID?
Omdat ruim zestig procent van de ARFID-patiënten autisme heeft ga ik met prof. dr. Wouter Staal in gesprek over de rol die psychische kwetsbaarheid speelt bij het ontstaan van ARFID. Hij is werkzaam als kinder- en jeugdpsychiater bij het Radboud UMC en Karakter en is daarnaast ambassadeur bij de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) en Balans.
Wat is ARFID?
Een achtjarig jongetje dat alleen babyvoeding eet. Een tienjarig meisje dat nog nooit groenten of fruit heeft gegeten. Een zestienjarige puber die maar vijf producten durft te eten. Zomaar enkele voorbeelden van mensen met de eetstoornis ARFID. Maar wat is ARFID nu precies?