Linda eet al haar hele leven restrictief. Ze zou dolgraag meer willen eten, maar het lukt haar niet om meer dan een paar hapjes per maaltijd naar binnen te krijgen. Toen haar aandacht werd getrokken door een artikel over de eetstoornis ARFID, besefte zij eindelijk wat er met haar aan de hand was en kwam er een einde aan haar veertigjarige zoektocht.
De eetproblemen van Linda zijn ontstaan toen zij de overstap maakte van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. “Voor die tijd at ik goed. Volgens mijn moeder begon ik slechter te eten nadat ik langs een slachthuis ben gefietst en een glimp heb opgevangen van wat zich daarbinnen afspeelde.” Vanaf dat moment at Linda geen vlees meer. “Op zich geen probleem, want zonder vlees kun je prima leven. Helaas was dit wel de reden dat het van kwaad tot erger ging en ik steeds minder begon te eten.”
Hoe graag zij ook wil, het lukt Linda niet om meer dan een paar hapjes per maaltijd te eten. “Het gaat bij mij niet om anorexia; mijn gewicht speelt geen enkele rol en ik heb geen negatief zelfbeeld. Ook ben ik mezelf niet bewust aan het uithongeren. Ik wíl dus wel eten, maar kan het simpelweg niet.
Zoektocht
“Ik ben veertig jaar en denk al jaren dat ik iets mankeer of gek ben. Al die jaren loop ik tegen onbegrip en vooroordelen aan. Ik voelde me hier erg alleen in staan.” Het is dat haar oog op een artikel over ARFID viel, anders had zij het nu nog steeds niet geweten. “De eetproblemen in dat artikel waren zo herkenbaar, dat ik op internet op zoek ging naar informatie over deze eetstoornis. Ook werd ik lid van een lotgenotengroep op facebook en las ik veel herkenbare verhalen. Ik ben blij dat ik eindelijk weet dat ik niet de enige ben met deze eetproblemen en dat er duizenden mensen zijn met deze eetstoornis. Het was alsof er een last van mijn schouders viel.”
Gepest
“Als ik terugdenk aan mijn jeugd en probeer te achterhalen waardoor mijn eetproblemen zijn ontstaan, denk ik weleens dat het misschien komt doordat ik op de basisschool en het voortgezet onderwijs ben gepest. Ik vermoed dat er enkel een trigger -in dit geval het slachthuis- nodig was om de eetproblemen te laten ontstaan.” Linda heeft deze nare periode achter zich kunnen laten, maar vermoedt wel dat dit heeft meegespeeld in het ontwikkelen van haar eetproblemen.
“Ik herinner me ook, dat toen mijn ouders gingen scheiden, ik een tijdje met mijn moeder en broer bij mijn opa heb gewoond. Mijn broer was destijds ook een slechte eter en een oom, die nog thuis woonde, dreigde de politie te bellen als hij zijn bord niet leegat. Dat vond ik als kind erg beangstigend, dus dat kan mogelijk ook meegespeeld hebben. Achter de oorzaak zal ik vermoedelijk niet meer komen. Het is belangrijker me te richten op de gevolgen van mijn eetproblemen; ik ben bang dat ik door de jaren heen veel voedingsstoffentekorten heb opgebouwd en dat dit op de lange termijn niet zonder gevolgen zal blijven.”
‘Er wordt vaak gedacht dat het aanstellerij is’
“Mijn moeder heeft zich jarenlang zorgen gemaakt om mijn eetgewoonten en heeft van alles geprobeerd om mij aan het eten te krijgen. Op een gegeven moment heeft ze het maar opgegeven; ik kon gewoonweg niet meer op.” Linda beseft heel goed hoe naar het voor haar moeder moet zijn geweest om haar dochter met haar eten te zien schuiven en te weten dat je kind structureel te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt. “Dat moet een machteloos gevoel hebben gegeven. Ik voelde me daar weleens schuldig over, maar weet tegelijkertijd ook dat ik niet bewust zo slecht at. Dat lijken mensen helaas niet te begrijpen. Er wordt vaak gedacht dat het aandachttrekkerij of aanstellerij is.”
Door de meningen van de mensen om haar heen vindt Linda het erg lastig om met andere mensen uit eten te gaan. “Als ik met mijn vertrouwde clubje ben, gaat het gelukkig goed. Ik bestel dan een patatje; dat lukt redelijk. Ik ben ooit met mijn werk naar een wokrestaurant geweest, maar dat was niet voor herhaling vatbaar; ik heb me zelden zo ongelukkig gevoeld. Al die priemende blikken en de vragen waarom ik zo weinig at, ervaarde ik als erg vervelend.”
Eten wat de pot schaft
Eten is voor Linda een dagelijkse worsteling. Omdat haar moeder ook alleen is, eten ze samen. “Ik vind de maaltijd elke avond opnieuw een ramp. Wat er ook op tafel staat, na een paar happen krijg ik er niks meer in. Daarnaast heb ik moeite met de structuur, geur, kleur en smaak van het eten en ben bang om nieuwe smaken te proeven. Ik vermeng mijn eten met veel appelmoes, maar het blijft het lastig.”
Elke maandagvond komen haar vader, broer en schoonzus eten. “De ene week kookt mijn moeder, de andere week kook ik zelf. Als mijn moeder kookt, kan ik daar het hele weekend tegenop zien. Het is voor andere mensen zo lastig te begrijpen waarom ik zo slecht eet.” Linda wordt moe van al die discussies en vragen. “Elke keer moet ik uitleggen dat ik alle pannen wel leeg zou wíllen eten, maar gewoon niet meer kán eten.”
Ongemakkelijk
Linda is huishoudelijk ondersteuner en krijgt vaak een koekje aangeboden bij haar cliënten. “Ik zeg altijd maar dat ik op dieet ben, want ik ben bang dat ik na twee happen vol zit. Ik heb een werkshirt met zakken, waar ik uit voorzorg een stuk keukenpapier in heb gestopt. Mocht het zo zijn dat ik tóch iets aanneem en het niet op krijg, kan ik het in de keukenrol wegmoffelen en het ongezien in de prullenbak gooien.”
Ze is altijd op zoek naar manieren om haar eetproblemen voor de mensen om haar heen te verbergen en kan niet uitdrukken hoe blij ze is dat ze eindelijk weet dat ze niet gek is, maar de eetstoornis ARFID heeft. Door de verhalen van lotgenoten weet Linda inmiddels ook dat ze niet alleen is. Ze had er geen idee van dat er zoveel mensen zijn met deze eetproblemen. “In december plaatste iemand in de Facebookgroep van ARFID te lijf hoe lastig de decembermaand is voor haar kind met ARFID. Het lijkt of het deze maand alleen om maar eten draait. Al weken voordat het kerst is gaat het over het kerstmenu. De magazines met kerstdinertips komen op tafel en van mij wordt verwacht dat ik ook leuk meedenk, terwijl eten me totaal niet interesseert. De vraag of ik, als we dit of dat gaan eten, ook mee-eet irriteert me al jaren. Uit beleefdheid zeg ik altijd ja, maar het is vragen naar de bekende weg; het lukt me toch niet. Ik vind het een enorme opluchting om te lezen dat meer mensen dat hebben en dat ik niet langer de enige ben met deze eetproblemen.”
*Dit ervaringsverhaal komt uit het boek ARFID te lijf! Lees meer ervaringsverhalen van ARFID-patiënten en gedeelde kennis van zorgprofessionals in het boek ARFID te lijf! Klik voor de inhoudsopgave en/of om het boek te bestellen op deze link.
Lees ook:
Geen interesse in eten
Geen interesse in eten – ARFID (overlevenmetarfid.com)
0 reacties